Over verdwijnpunten en horizonlijnen
Wilde je altijd al weten hoe je jouw illustraties een driedimensionaal karakter kunt geven? Daarvoor gebruik je de techniek om in perspectief te tekenen met behulp van verdwijnpunten. Hoe dat precies functioneert, kom je hier te weten.
Daarnaast heeft de architect Kim Kanone ook nog een stapsgewijze tutorial voorbereid om een huis te tekenen in de urban sketch-stijl.
De theorie
Lichtstralen en het oog
Waarom lijkt een boom die 10 meter verder weg staat kleiner dan een boom op maar 5 meter? Om dit fenomeen te verklaren, is het noodzakelijk om in een vereenvoudigd model te bekijken hoe ons oog functioneert.
Wij nemen onze omgeving waar door lichtstralen die ons oog bereiken. Ze raken ons oog altijd op hetzelfde punt, worden hier gebroken en op het netvlies geprojecteerd. Daardoor bereiken de lichtstralen van een boom die op grotere afstand staat ons oog in een scherpere hoek dan bij een boom die direct voor ons staat. Het resultaat is een omgekeerde afbeelding op het netvlies: een kleine boom en een grote boom. Nadat onze hersenen deze informatie hebben verwerkt, corrigeren ze de afbeelding in de juiste richting en weten ze dat een van de bomen op grotere afstand staat.
Een getekende afbeelding kan echter geen lichtstralen in verschillende hoeken aan ons oog doorgeven. Daarom moeten we onze tekening zo aanleggen als hij na de verwerking in het oog wordt waargenomen. Daarvoor maken we gebruik van in perspectief tekenen.
De basiselementen van tekenen in perspectief
Om de menselijke waarneming te imiteren, bestaan er bij het tekenen in perspectief drie wezenlijke hulpmiddelen: de horizonlijn, verdwijnpunten en richtlijnen.
De horizonlijn
Hoewel de aarde rond is, lijkt het voor ons alsof de horizon een duidelijke scheidingslijn trekt tussen aarde en hemel. Meestal is hij verborgen achter bomen, heuvels of huizen en nemen we hem niet bewust waar. Pas wanneer we uitzicht over de zee hebben, kunnen we de lijn van de horizon weer duidelijk zien. Bij tekeningen heeft deze horizonlijn een belangrijke taak. Hij is de begrenzing van de aarde die voor ons de basis vormt. Wanneer we driedimensionaal willen werken, moeten we deze basis altijd als referentiepunt nemen.
De horizonlijn bevindt zich altijd ter hoogte van het oog van degene die kijkt. Maar deze persoon kan natuurlijk groter of kleiner zijn, waardoor ook de hoogte van de horizonlijn zich verschuift. Daarom maken we een onderscheid tussen drie verschillende perspectieven: het vogelperspectief, het normale perspectief (richt zich op onszelf) en het kikkerperspectief.
De verdwijnpunten en richtlijnen
Het verdwijnpunt duidt het snijpunt aan van alle evenwijdige lijnen en ligt altijd op de horizonlijn. Aan de hand van een recht verlopende straat wordt duidelijk wat we daarmee bedoelen. Stel je een straat voor die overal dezelfde breedte heeft en tot ver in de verte doorloopt. Wanneer je van boven direct op de straat neerkijkt, vormen de twee zijkanten parallelle lijnen. Maar wanneer je zelf in deze straat staat en in de verte kijkt, lijken deze twee zijlijnen naar elkaar toe te lopen.
Net als bij de horizonlijn worden bij de verdwijnpunten verschillende perspectieven herkenbaar. Het is echter belangrijk om te beseffen dat beide varianten altijd met elkaar gecombineerd kunnen worden.
Perspectief met twee punten
Bij het perspectief met twee punten, ook wel het hoekperspectief genoemd, liggen er twee verdwijnpunten op de horizonlijn. Meestal wordt dit gebruikt wanneer de kijker de hoek van een voorwerp ziet. Deze hoek deelt het beeld doormidden. De denkbeeldige lijnen aan elke kant lopen door naar een eigen verdwijnpunt.
De perspectieven van de verdwijnpunten kunnen gecombineerd worden met de perspectieven van de horizonlijnen. In ons voorbeeld zie je alle drie de perspectieven met horizonlijnen gecombineerd met het perspectief met twee punten.
Toepassing van de perspectieven
Architect Kim Kanone demonstreert je aan de hand van een huis met mensen en een landschap hoe je de theorie van het perspectief met twee punten in de praktijk brengt.
Stap 2 De plattegrond van het huis
Bij het perspectief met twee punten kijkt de kijker naar de hoek van het huis. Met een kruisje zet je de onderkant van het huis vast en teken je twee hulplijnen naar de verdwijnpunten. Deze hulplijnen noemen we ook wel richtlijnen.
Een verticale lijn geeft de voorkant van het huis weer. Trek aan het bovenste uiteinde van deze rand weer twee hulplijnen naar de verdwijnpunten.